Odpowiedz na pytanie zadane w klasie na Facebooku i wyślij swoją sugestię do automatycznego sprawdzenia.
Nie ma lepszej metody na sprawdzenie swoich umiejętności językowych.
Gwarantujemy, że otrzymasz odpowiedź.
Możesz sprawdzić poniżej błędne oraz poprawne odpowiedzi – dzięki temu nie będziesz popełniał stale tych samych błędów.
Powodzenia
1.Tu jest mieszkanie René.
2.On ma ładny i duży pokój.
3.Jest tam kuchnia i łazienka.
4.Stoi tam lodówka i są białe szafki kuchenne.
5.Jaka jest łazienka?
6.Czy jest wanna?
Vraag 15
Podobnie jak w poprzednim wpisie, tlumaczymy, zadajemy pytanie, zaprzeczamy. Succes.
Odpowiedzi
Hier is een woning van René. ( w tym przypadku wiemy już kogo jest to mieszkanie stąd – de woning)
Hier is de woning van René.
Is hier de woning van René?
Hier is niet de woning van René.
Zij heeft mooie en grote (woon)kamer.
Hij heeft een mooie en een grote kamer.
Heeft hij een mooie en een grote kamer?
Hij heeft geen mooie en een grote kamer.
Daar zijn keuken en badkamer.
Er zijn daar ook een keuken en een badkamer.
Zijn er daar ook een keuken en een badkamer?
Jest kilka opcji !!!!!!
Er zijn daar ook geen keuken en geen badkamer.
Er is daar noch keuken noch badkamer. (Nie ma tam ani kuchni ani łazienki)
Er zijn daar ook geen keuken en badkamer.
Hoe is badkamer?
Hoe is de badkamer?
De badkamer is groot en zonnig.
De badkamer is niet groot en zonnig. (dlaczego niet?)
Of is een bad?
Is er een badkuip?
Er is een badkuip.
Er is geen badkuip.
Staat daar een koelkast en de witte kasten.
Er staat daar een koelkast en er zijn witte keukenkastjes.
Staat er daar een koelkast en zijn er witte keukenkastjes?
Er staat daar geen koelkast en er zijn geen witte keukenkastjes.
Mieszkam w Amsterdamie.
Jaki jest adres pani de Klein?
Jest tam winda.
Mieszkanie Janie ma dzwonek.
Dzwonimy.
Jannie otwiera drzwi.
Vraag 16
Ik ga zo naar Den Haag. Ik heb wel vragen.
Vanavond schrijf ik de antwoorden van gisteren.
Odpowiedzi
Ik woon in Amsterdam.
Woon je in Amsterdam?
Ik woon niet in Amsterdam.
Wat is het adres van mevrouw de Klein?
Er is daar een lift.
Is er daar een lift?
Er is daar geen lift.
De woning van Jannie heeft een bel.
Heeft de woning van Jannie een bel?
De flat van Janie geen bel.
De woning van Jannie heeft geen bel.
We zijn aan het aanbellen.
We bellen aan.
Bellen we aan?
We bellen niet aan.
Janie is de deur aan het open.
Jannie opent de deur.
Opent Jannie de deur?
Jannie opent niet de deur.
Zapraszamy do zapoznania się z lekcją próbą i naszą metodą.
Zainteresowany nauką języka holenderskiego - zapraszamy do rejestracji!
